Middelburg


Ik vertrek met de wagen naar Middelburg, hoofdstad van de provincie Zeeland in Nederland. Middelburg is een aantrekkelijke, trotse stad met een rijk verleden. Er valt eigenlijk van alles te bewonderen en te ontdekken in Middelburg. Ik parkeerde de wagen nabij Mini Mundi, dat aan de rand ligt van Middelburg. Mini Mundi is het voormalige miniatuur Walcheren dat is uitgebreid met een attractiepark en een binnenspeeltuin. Ik vertrek met de fiets naar het stadscentrum. Nederland is een fietsland en heeft een uitgebreid netwerk van fietsroutes. Zo zal ik vandaag een uitgestippelde fietsknooppuntenroute volgen en zal volledig fietsen rond het “Kanaal door Walcheren” tussen Veere en Vlissingen. Na de verkenning van Middelburg zal ik de route volgen naar Veere en vervolgens terug naar Middelburg. Nadien fiets ik van Middelburg naar Vlissingen en dan terug naar Middelburg langs het kanaal.

Het “Kanaal door Walcheren” verbindt Middelburg met Veere en Vlissingen. Het werd tussen 1870 en 1873 gegraven om Middelburg weer een verbinding met de open zee te geven. Die was immers afgesloten door de aanleg van de spoordam tussen Walcheren en Zuid-Beveland. Het kanaal speelt nog steeds een rol in de beroepsvaart. En voor plezierjachten is het een ideale verbinding tussen het Veerse Meer en de Westerschelde. Het kanaal droeg bij aan het economisch herstel van Middelburg. Koning Willem III opende op 8 september 1873 het kanaal en op diezelfde dag ook de nieuwe haven van Vlissingen. Naast het kanaal werd tussen Middelburg en Vlissingen een jaagpad aangelegd.

Walcheren is een landstreek en een schiereiland in het westen van de Nederlandse provincie Zeeland en bestaat sinds 1997 uit de drie gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen. Walcheren wordt omsloten door de  Noordzee, de Westerschelde, het Veerse Meer en het ingepolderde Sloe. Het Sloe is een voormalig vaarwater tussen Walcheren en Zuid-Beveland. Het voormalig eiland Walcheren vormt een voortzetting van het schiereiland Zuid-Beveland. Walcheren telt ongeveer 115.000 inwoners op een oppervlakte van 216 km² en is daarmee het dichtstbevolkte voormalige eiland van Zeeland.

Ik ga over de Vlissingse Binnenbrug dat nabij het gerechtsgebouw in Middelburg ligt. Op de hoek van de brug zie ik het beeld van de “Stadstimmerman”. Een stadstimmerman was vroeger een timmerman en architect, die in opdracht of in dienst van de stad de bouwactiviteiten verrichtte. Dit beroep is na de middeleeuwen ontstaan, zo had bijvoorbeeld de stad Middelburg vanaf de zestiende eeuw een stadstimmerman in dienst.

In het stadscentrum kom ik het prachtige laatgotische stadhuis tegen. Het stamt uit 1452 en is één van de belangrijkste bezienswaardigheden in heel Zeeland. Het raadhuis was niet alleen het bestuurscentrum van de stad, maar ook vleeshal en lakenhal. Dit paste geheel in de middeleeuwse (Vlaamse) traditie. De bouwmeesters waren dan ook Vlamingen. Aan het Middelburgse stadhuis werkten maar liefst acht leden van het bouwmeesters geslacht Keldermans uit Mechelen, verspreid over zeven generaties. Zij waren architect, opzichter, steenhouwer en leverancier van bouwmaterialen. In 1458 was het gedeelte aan de Markt gereed. Op 14 maart van dat jaar kon het stadsbestuur er voor het eerst vergaderen. Het stadhuis was gebouwd in de stijl van de late Vlaams-Brabantse gotiek. Omstreeks 1506 begon een nieuwe bouwcampagne. De voltooiing van de stadhuistoren in 1521 vormde de afsluiting daarvan. Het stadhuis heeft een toren met een klok en een carillon. De gevel van het stadhuis is rijk versierd. In de voorgevel bevinden zich 25 beelden die de graven en gravinnen die over Zeeland hebben geregeerd moeten voorstellen. De rij beelden begint bij graaf Dirk V en eindigt bij keizer Karel V. De laatste landsheer, Filips II, komt niet in de beeldengalerij voor. Vermoedelijk is van hem geen beeld geplaatst vanwege de oorlog tussen hem en de Nederlanden. Oorspronkelijk waren de beelden in felle kleuren beschilderd (gepolychromeerd). Vooral de kleuren rood en blauw kwamen voor, evenals vergulde kronen. Tijdens de restauratie van 1881-1918 werden alle beelden verwijderd en vervangen door nieuwe exemplaren. Het stadhuis werd bij deze restauratie op diverse manieren verfraaid. Zo kwam er een sierrand aan de voorzijde van de dakopbouw. In de topgevel van de Vleeshal werd op 30 april 1910 een beeld van koningin Wilhelmina en prinses Juliana onthuld. Een jaar voordien werd Juliana geboren en dat was voldoende aanleiding voor de gemeente Middelburg om een beeld te laten maken.

In mei 1940 voltrok zich een ramp toen de binnenstad van Middelburg ten prooi viel aan een grote brand ten gevolge van oorlogsgeweld. Het stadhuis kwam zwaar beschadigd uit de strijd. Vrijwel het hele inpandige gedeelte van het gebouw ging toen verloren. Een grote restauratiecampagne volgde. Die duurde tot diep in de twintigste eeuw. Men besloot het oude stadhuis niet te reconstrueren, maar de gotische gevels te herstellen en een nieuwbouwgedeelte in aangepaste stijl toe te voegen. Op 18 augustus 1950 kon het gebouw met een feestelijke bijeenkomst weer in gebruik worden genomen. Koningin Juliana verrichtte op die dag de opening.

Nu staat het stadhuis weer te pronken aan de Markt. Op de luiken van het stadhuis zie ik het Middelburgse zandlopermotief met een rode en witte kleur, en met in het midden een gele bol.  De rijkversierde gevel vormt de perfecte achtergrond voor de levendige markttaferelen op het stadsplein. De terrassen van de vele restaurants en cafés rondom het plein nodigen u uit voor een kopje koffie of een hapje eten in de zon. Gemeentebestuurders en ambtenaren vertrokken in 2004 naar een nieuw stadskantoor. Momenteel maakt het University College Roosevelt gebruik van het oude stadhuis. In de Vleeshal bevindt zich de expositieruimte van de Stichting Beeldende Kunst Middelburg.

Ik zie voor het oude stadhuis een leuk kunstobject en dit is de “Fontein”. De naam fontein lijkt in eerste instantie wat vreemd gekozen voor twee stoelen die aan weerszijde van een sokkel staan met hierop een miniatuur van de markt met in het midden het stadhuis van Middelburg. In de sokkel zijn twee kijkgaten met hieronder de tekst: ”Neem een kijkje in riolering van Middelburg”. Hiervoor moet je plaatsnemen op de stoel. Eénmaal plaatsgenomen begint het water onderuit je stoel te stromen.

Ondertussen zijn op het marktplein voor het oude stadhuis de verschillende marktkramen zich aan het opbouwen. Ik zie een hele reeks marktkramen naast elkaar die oude boeken verkopen. Eveneens zie ik veel groenten en fruit kramen, alsook een bloemenkraam.

Achter het gotische stadhuis van Middelburg kan ik de sterrenwacht “Philippus Lansbergen” vinden.  Buiten zie ik een grote sterrenkijker staan. De Stichting Volkssterrenwacht "Philippus Lansbergen" is in 1967 opgericht en is daarmee de oudste volkssterrenwacht van Nederland. Bij helder weer kan er door telescopen naar de maan, de planeten en de sterren worden gekeken. In de zomermaanden staat de zon centraal. Daarvoor zijn hele speciale telescopen waarmee je zonnevlammen kunt zien. De sterrenwacht herbergt ook een museum over de uitvinding van de telescoop en de geschiedenis van de sterrenkunde.

Nabij de sterrenwacht op de stadshuisplaats kan ik de oude stadspomp Helm zien. Dit is een hardstenen gebeeldhouwde pomp. Op de gevel van een gebouw kan ik boven de deur een prachtige sculptuur zien van een zeeschip.

Ik zet mijn verkenning in Middelburg verder en kom een doopsgezinde kerk tegen. Het is een gebouw uit 1889 en is naar de geest der Nederlandse bouwers uit die tijd, eclectisch, met opneming van elementen uit verschillende neo-bouwstijlen, vooral neorenaissance. De muren zijn van bakstenen, met speklaagjes van wit natuursteen.

Op verschillende plekken in de stad kom je gedichten tegen. De gedichten zijn op verschillende plekken op gevels geschilderd. Het project startte in 2009 en zal uiteindelijk uit vijfentwintig gedichten bestaan die verspreidt over de stad te lezen zijn. De gedichten gaan in hoofdzaak altijd over mensen, zee en land. De verschillende gedichten moeten uiteindelijk een gedichtenwandeling door de stad gaan vormen. De gedichten zijn een leuke versiering van de grauwe zijgevels in het centrum van Middelburg.

Ik kom ook de brouwerij De Drye Tonnekens tegen en sta voor de toegangspoort. Brouwerij De Drye Tonnekens ontstond in 1589. De meeste bierbrouwerijen waren vroeger te vinden nabij kerken. Dit was omdat ze via de grote daken regenwater, nodig voor het brouwen, opvingen in cisternen of waterputten. Boven de poort aan het Hofplein staat een stenen leeuw die drie tonnen bewaakt, geflankeerd door twee kleine obelisken. De brouwerijpoort hier dient nu als de nieuwe ingang van het Zeeuws Archief. Op de muur daarnaast kan je tekstfragmenten uit het reisverslag van de Nederlandse ontdekkingsreiziger Jacob Roggeveen lezen.

Een ander opmerkelijk gebouw is de Sint-Jorisdoelen met een mooie voorgevel. Dit is een voormalig schuttershof in het historisch centrum van Middelburg. De eerste vermelding van de aanwezigheid van de Sint Joris schuttersgilde voor de kruis- of voetboog in Middelburg dateert uit 1352. Het oorspronkelijke gebouw uit 1582 is tijdens de stadsbrand van 17 mei 1940 volledig verwoest. In de periode 1969-1970 is de gevel herbouwd naar het oorspronkelijke ontwerp van 1582. Deze gevel werd geflankeerd door twee moderne zijvleugels. Na in gebruik geweest te zijn als kantoorgebouw, werden er eind 2019 plannen bekend gemaakt om het gebouw als hotel in gebruik te gaan nemen. Voor het gebouw merk ik een fontein op.

Ik fiets hier door de pittoreske straatjes met leuke huizen en monumentale panden. Bij verschillende huizen merk ik aan de straatzijde van de woning een schuin kelderluik, dat toegang heeft tot de kelder. Via een dergelijk luik werden in vroegere dagen zware lasten, zoals in vaten verpakte voorraden, naar binnen gebracht om in de kelder te worden opgeslagen. Ook steenkool werd vaak langs deze weg naar binnen gebracht. De deuren van het kelderluik waren doorgaans van hout. De pakhuizen en rederswoningen herinneren aan de bloeitijd in de 16e eeuw, toen Middelburg een van de belangrijkste havensteden van de Noordelijke Nederlanden was. Vooral de handel in wijn, wol en slaven bracht de stad rijkdom. Voor de huizen zie ik veel bloempotten of plantenbakken staan en zelfs stoelen of zitbanken. Ook de fiets voor de huizen ontbreekt niet op het plaatje.

Ik trek nu door het Molenwaterpark in Middelburg. Het Molenwaterpark is een openbaar park met een oppervlakte van 2 hectare. Dit park kent een lange historie. Tot en met de 18de eeuw was het Molenwater een onderdeel van het grachtenstelsel van de stad. In de 19de eeuw is het Molenwater gedempt en ingericht als park en militair exercitieterrein. Sinds 1954 werd het park gebruikt door Miniatuur Walcheren. Dit wordt nu Mini Mundi genoemd en dit is buiten de stad geplaatst, waar nu ook mijn wagen geparkeerd staat. In 2019 is het park heringericht zodat het als een duurzaam afwateringssysteem werkt als het veel regent. Er is een grote vijver om regenwater op te slaan wanneer het nodig is. Als het veel regent, komt het regenwater van de straten en de daken in een bovengronds en ondergronds opslagsysteem terecht. Het regenwater wordt daarna opgenomen door de bomen en planten. Dit is wel een duurzame oplossing. De 25 meter brede spiegelvijver waarin het stedelijk silhouet reflecteert is de top plek van dit Middelburgse stadspark.

Op twee plaatsen in het park zie ik schalen met water in, namelijk de “Calamita” en de “Sloe” schaal. Het zijn paddenschalen, die kunnen gebruikt worden voor de voortplanting van de padden. Voor de voortplanting is de rugstreeppad afhankelijk van ondiep en schoon water dat weinig predatoren bevat (vis, libellenlarven). Het water warmt snel op in de zon, waardoor de ontwikkeling van het ei en de larve heel snel kan gaan. Zo rond half april trekt de pad vanuit zijn overwinterde locatie (soms wel een meter diep onder de grond) naar het voortplantingswater. De rugstreeppad is een zeer slechte zwemmer en zoekt altijd een plek op in het water, waar hij op de bodem kan zitten, terwijl zijn kwaakblaas net boven het wateroppervlak uitkomt. Op dergelijke plaatsen worden ook de eieren afgezet. Eén ei snoer kan 2000 tot 4000 eieren bevatten. Deze paddenschaal hier in het park  is hiervoor speciaal gemaakt.

In het park zie ik een bloemrijke omgeving waar je veel verschillende soorten bloemen kan zien. De bloemen trekken insecten en bijen aan. Ik zie hier ook een insecten- en bijenhotel. Dit hotel is een bouwwerk van hout met gaten in. Zij bieden op natuurlijke wijze onderdak aan bijen en andere insecten. Een bijenhotel helpt de bijen te overwinteren zodat ze in het voorjaar weer aan het werk kunnen.

Nabij het Molenwaterpark kan ik de schouwburg zien. Het was in december 1807 dat de schouwburg zijn deuren opende. In de loop der jaren werden in de schouwburg, blijspelen, opera’s en balletten op de planken gebracht door Nederlandse, Belgische, Franse en Duitse ensembles. In het park kwam er in 1865 een muziektent, waardoor een breder publiek kon genieten van muziekvoorstellingen. Jan Morks, componist en beiaardier, bracht de belangstelling voor muziek in Zeeland naar nieuwe hoogten. Zijn borstbeeld staat ook in het park. Het schouwburggebouw onderging in de twintigste eeuw maar liefst twee rigoureuze transformaties tot de huidige vorm. Nog altijd vinden hier concerten en voorstellingen plaats.

Ik kan vlakbij ook een toegangspoort zien. Dit is de Koepoort en is, van de ooit acht aanwezige stadspoorten, de enige die in zijn geheel bewaard is gebleven. In 1992 en 1993 werd ze zorgvuldig gerestaureerd. De poort werd gebouwd in de eerste helft van de achttiende eeuw en was de opvolger van verscheidene vroegere Koepoorten. Waar de eerdere poorten dienden als verdedigingswerken, diende de nieuwe poort voornamelijk als sierpoort. Nabij de Koepoort zie je een stuk van de omwalling van de stad door water.

Bij mijn verdere verkenning kom ik nu op het Oostkerkplein de Oostkerk tegen. De Oostkerk is een protestantse, achtkantige, barokke koepelkerk. De bouw duurde van 1648 tot 1667 en was in Middelburg de eerste kerk die speciaal voor de protestantse eredienst gebouwd werd. Tot begin 2017 is de Oostkerk in gebruik geweest. De Oostkerk wordt beschouwd als het hoogtepunt van de classicistische barokke bouwstijl in Nederland. Door vermindering van kerkgangers, achterstallig onderhoud en financiële lasten besloot de Protestantse Gemeente Middelburg om de Oostkerk af te stoten en de laatste dienst werd gehouden op 8 januari 2017. Buiten aan de ingang kan je een rijkelijke versiering zien. Door de barokke bouwstijl zie ja aan de buitenkant bijzondere guirlandes en prachtige details. Je vind een opmerkelijk schouwspel boven de ingang van een skelet met engelen, meerminnen en een kroon met daarop een adelaar.

Ik kom de graanbeurs op het Damplein tegen en dit is een mooie reconstructie van de oude markthal. Naast de graanbeurs is er het Emma-monument met een klein groen parkje. Het Emma monument is gewijd aan koningin Emma (1858-1934). Het beeld is gemaakt van kalksteen en stelt de koningin voor gezeten op een stoel. Ter linkerzijde van de stoel is het wapen van Oranje-Nassau te zien, ter rechterzijde het wapen van Waldeck-Pyrmont. Het voetstuk wordt gevormd door drie treden. Aan de voorzijde van de bovenste trede staat de tekst: “Nederland zij groot in alles waarin ook een klein volk groot kan zijn”.

Ik ga nu door de Gistpoort, dat een laatgotisch poortgebouw is. Met de bouw van het poortgebouw werd begonnen in 1509. Het kwam gereed in 1512 en was oorspronkelijk de oostelijke toegangspoort tot het abdijcomplex. Het was tevens de statiepoort van de abt. Doordat er in de loop der tijd aan de achterkant huizen aan vast zijn gebouwd, lijkt de poort nu los te staan van de abdij. De beeld nissen boven de doorgang zijn lange tijd leeg gebleven. Pas in 1955 werd er een beeldengroep in geplaatst. Het middelste beeld stelt graaf Willem II van Holland voor, die de abdij flink liet uitbreiden in 1255-1256.

Ik kom nu de abdijtoren de Lange Jan tegen. De Lange Jan is de toren van de voormalige abdij van Middelburg. De toren is 90,5 meter hoog waarmee hij net buiten de top tien van hoogste kerktorens van Nederland valt. Het oudste deel van de toren is gebouwd in de veertiende eeuw. In de eeuwen hierna is de toren meerdere malen gerestaureerd en vergroot. Tijdens de bombardementen van 1940 raakt de toren zwaar beschadigd. De spits van de toren is nadien in een wat sobere stijl herbouwd. De Lange Jan is één van de populairste attracties in Middelburg. De toren kan namelijk tot ongeveer de helft beklommen worden. De 207 treden leiden je naar een plateau wat opengesteld is voor het publiek. Vanaf dit plateau heb je een prachtig zicht over de stad en zijn omgeving.

Op het plein ervoor kan ik het standbeeld “De Ringrijder” zien. Ringsteken of ringrijden is een folkloristische traditie waarbij men, gezeten te paard of vanaf een aanspanning, een lans door een ring probeert te steken. Het standbeeld kwam er ter gelegenheid van het 50 jarig jubileum van de Zeeuwse Ringrijders Vereniging.

Naast de abdijtoren de Lange Jan heb je de Koorkerk en is ook een deel van de vroegere abdij. Het is een éénbeukige kerk die gebouwd is in de veertiende eeuw op de resten van een oudere kerk uit de dertiende eeuw. De Koorkerk is gebouwd in de Vlaamse baksteengotiek, een stijl binnen de gotische architectuur. De kerk wordt zo genoemd omdat ze bestaat uit het koor van de abdijkerk. De rest van de kerk vormt de Nieuwe Kerk. Tot de reformatie was de kerk gereserveerd voor de monniken en de Nieuwe Kerk voor de parochianen. In de kerk is tevens het oudste orgel van Nederland te vinden. Dit orgel komt oorspronkelijk uit een kerk in Utrecht. De Koorkerk van Middelburg wordt naast missen ook voor andere doeleinden gebruikt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan klassieke concerten.

Ik wandel nu een stuk langs de abdij van Middelburg. De abdij van Middelburg is een groot vierkant gebouw met in het midden het abdijplein. Het abdijplein is te bereiken via meerdere poorten. Bij het complex behoren vier grote en vier kleine torens. De Lange Jan, de Koorkerk en de Nieuwe kerk zijn tevens onderdeel van de abdij. Al in de zestiende eeuw na het beleg van Middelburg werden de monniken uit de abdij verdreven en kwam er voorgoed een einde aan het kloosterleven in Middelburg. Na het vertrek van de monniken werd het gebouw in beslag genomen door het gewestelijk bestuur van Zeeland, die nog steeds eigenaar zijn van het pand. In het pand zijn onder andere het Zeeuw museum gevestigd en het provinciehuis. Het Zeeuws museum is een museum over het Zeeuws erfgoed.

Ik kom nu het monument “Een gestolde herinnering” tegen. Het bestaat uit een granieten zuil, geplaatst op een voetstuk. Aan de achterzijde is een halfronde bronzen vorm geplaatst. Het monument werd op 17 mei 1990 onthuld door prinses JulianaIn 1990, een halve eeuw na de Duitse aanval op Nederland, werden op Walcheren vijf oorlogsmonumenten geplaatst in opdracht van de stichting Monumenten Walcheren 40-45.

Ik zet mijn verkenningstocht verder en kom aan in de jachthaven van Middelburg. De stad is van oudsher een havenstad en het was ten tijde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden na Amsterdam de belangrijkste handelsstad van de republiek. De stad was te bevaren via de Sloe die de verbinding was tussen het Veerse Gat en de Westerschelde. Door verzanding in de negentiende eeuw en het bedijken van verschillende schorren werd de Sloe onbevaarbaar. De haven van Middelburg wordt tegenwoordig nog uitsluitend gebruikt voor de pleziervaart. In 1625 vestigde de Verenigde Oost Indische Compagnie (VOC) een kamer van commercie in Middelburg. Er werden schepen gebouwd en van hieruit vertrokken schepen naar Oost Indië. De statige huizen uit de VOC-tijd zijn echter nog steeds in de buurt van de haven van Middelburg te vinden. Nabij de Beatrixbrug kan ik een monument zien voor de “Nieuwe Haven”. Het gedenkteken werd opgericht naar aanleiding van de opening van het nieuw havenkanaal in de richting van Veere in 1817 door koning Willem I. Naast het monument zie ik hier ook nog een havenkantoortje en een VOC kanon dat langs de kade staat. Het VOC kanon werd volledig gerestaureerd. Tegenover het kanon staat een wit gebouw dat vroeger het Oost Indisch magazijn was waar de meegebrachte goederen werden opgeslagen. Langs de kaden zie ik veel oude pakhuizen staan en aan de Londense kaai zie ik verschillende woonboten liggen en woongelegenheden die staan op een ponton in het water.

Het water van het kanaal is relatief zout, waardoor het 's winters zo goed als nooit dichtvriest. Hierdoor komen in de winter roeiverenigingen trainen als elders in het land vaarwegen zijn dichtgevroren.

Populaire posts van deze blog

Arnhem stad

Openluchtmuseum Arnhem