Veere - Vlissingen


Ik verlaat Middelburg en vertrek richting Veere. Ik fiets door een landschap van boerderijen, weilanden met grazende koeien, akkers met cultuurgewassen, waterlopen en slootjes. Na niet zo lang te fietsen kom ik aan in Veere. Veere is een historisch stadje aan het Veerse meer, waar dit “Kanaal door Walcheren” op uitmondt. Veere is één van de plaatsen in Zeeland die een beschermd stadsgezicht hebben. Veere is gesticht ergens in de 12de of 13de eeuw en kende een grote economische groei in de 16de eeuw. Dit kwam voornamelijk omdat Veere het stapelrecht op Schotse wol had en hierdoor het monopoly op had. Bij het binnenfietsen in de gemeente Veere kan ik langs de stadswallen een aantal schapen zien grazen.

Van verre kan je het silhouet van de kolossaal Grote Kerk van Veere al aan de horizon zien. Deze enorme kerk domineert het omringende landschap. Oorspronkelijk was deze kerk een laatgotische kruisbasiliek. De kerk is in 1342 gesticht en is voltooid in 1521. De kerk is het symbool van de geschiedenis van glorie en verval van de ooit prominente havenstad. Een verval dat heden ten dage gelukkig tot stilstand is gebracht. Vanaf 1811 werd hij zelfs door de soldaten van Napoleon gebruikt als militair hospitaal. Dat het gebouw als een belangrijk monument werd beschouwd zorgde ervoor dat het gebouw behouden bleef maar een waardige bestemming kreeg het grootste deel van de kerk niet. Het schip van de kerk werd in de loop van de 19de en 20ste eeuw gebruikt als stal, overdekt voetbalveld, opslag van hout, feestzaal, militair hospitaal en na de watersnoodramp van 1953 als noodstal voor het geredde vee. Pas in de jaren 70 van de 20ste eeuw kreeg de kerk een culturele bestemming. Men plaatste glazen tochthallen en moderne toiletgroepen in het kerkgebouw. Vandaag vinden we in de Grote Kerk van Veere een experience en cultuurpodium. In de experience wordt de historie van het bijzondere gebouw getoond via verschillende verhaalinstallaties. Vanuit het cultuurpodium worden er gedurende het jaar verschillende concerten en tentoonstellingen geprogrammeerd. Ook is de 52 meter hoge toren van de Grote Kerk in het hoogseizoen te beklimmen. Op het grasveld voor de Grote Kerk zie ik het “gedenk moment”. Dit is een vredesmonument van drie ruggelings tegen elkaar staande figuren, op een bakstenen sokkel.

Je kan hier dwalen door de smalle straatjes. Nabij een schoolgebouw zie ik een opvallend groot kunstwerk die een boom voorstelt met diverse vruchten zoals een appel, peer, sinaasappel en een pruim. Dit kunstwerk heet officieel “Feeërie”, maar ook de naam “de Heerlijkheid” wordt gebruikt. De “Fruitboom” symboliseert de rijkdom van de natuur, maar ook van het onderwijs. Wanneer kinderen goed onderwijs krijgen, is dat voor hun latere leven een bron van rijkdom, waaruit ze voortdurend putten en op hun beurt weer doorgeven aan volgende generaties.

Tegenover de kerk staat een sierlijk gebouwtje met een puntig toelopend dak, gedragen door ranke zuilen. Het is de stadsput of cisterne en het bevat een ondergrondse vergaarbak voor tweeduizend hectoliter regenwater. Het water van het dak van de Grote Kerk wordt hierin opgevangen en gefilterd. Deze cisterne werd in 1551 op last van Maximiliaan van Bourgondië gebouwd voor de Schotse kooplieden, die geklaagd hadden over de slechte watervoorziening in de stad om hun wol te wassen. Hij had de belofte gedaan om te voorzien in drinkwater en spoelwater voor de wol. Veere werd pas in 1938 op de waterleiding aangesloten. Tot die tijd was de put als watervoorziening in gebruik voor de inwoners.

Ik passeer Oma’s snoepwinkel en het is bij uitstek het meeste bekende en populairste winkeltje in Veere. De nostalgie spat eraf en menig toerist heeft er wel wat geduld voor over om binnen te mogen gluren. In dit op en top ouderwetse snoepwinkeltje vind je nog de echt oude snoepsoorten.

Ik kom in het historische centrum terecht en zie het standbeeld van de “spelende kinderen”. Het is het beeld van een jongen en een meisje met een bal op een bakstenen voetstuk. Een beetje verder kom ik het stadhuis van Veere tegen, dat één van de meest iconische gebouwen is hier in Veere. Ik stop hier even om dit prachtige gebouw en voorgevel te bewonderen. Dit grote stadhuis werd gebouwd tussen 1474 en 1517 aan de Markt van Veere op last van Hendrik IV van Borsele. Veere was vroeger namelijk één van de rijkste plaatsen van Nederland, doordat het in directe verbinding stond met de zee. Hierdoor speelde de stad een belangrijke rol in de handel, wat leidde tot veel welvaart en dus ook tot een mooi en groot stadhuis. Het stadhuis is inmiddels verschillende keren gerenoveerd, maar het heeft nog steeds het originele uiterlijk. Het is een laat gotisch rechthoekig gebouw met uitgekraagde kleine torens aan de voorzijde. De gevel van ledesteen, is nog vrijwel in de oorspronkelijke staat. Vermoedelijk zijn de dakkapellen een latere toevoeging. Tussen 1931 en 1934 werd het stadhuis grondig gerestaureerd. De stadhuisbeelden werden oorspronkelijk gepolychromeerd en in 1517/1518 werden ze toen vervangen door nieuwe beelden. Zij stellen de heren en vrouwen van Veere voor uit het roemruchte geslacht Van Borsele. Naast het stadhuis kan ik nog een andere opvallend oud huis uit 1579 zien.

Een beetje verder kom ik aan in de jachthaven van Veere, dat eigenlijk wel de meest gezellige plek van de stad is. De haven ligt aan de Kaai, een sfeervolle kade vol met historische panden met karakteristieke gevels. De Schotse huizen aan de Kaai zijn in de 16de eeuw door rijke Schotse kooplieden gebouwd. In het handelsverleden had Veere een nauwe band met Schotland. In 1541 werd Veere zelfs de officiële opslagplaats voor Schotse wol, waardoor de stad tot grote bloei kwam. Daarom zie je vandaag de dag nog steeds Schotse invloeden in Veere, zoals de gevels van de karakteristieke Schotse huizen die om de hoek van het stadhuis liggen. Deze twee statige panden aan de Kaai van Veere vormen tegenwoordig samen met het stadhuis, het Museum Veere, waar je meer te weten komt over de geschiedenis van de stad.

In de jachthaven liggen verschillende plezier- en zeilboten naast elkaar langs de kade. Op de Kaai kan ik een demonstratie zien van een oude ambacht. Zo zie ik hier een mandenvlechter bezig, gekleed in historische kledij, met het maken van manden. Ik kan hier ook verschillende marktkramen zien.

Nabij de marktkramen kom ik de “Campveerse Toren” tegen, een gebouw uit de vijftiende eeuw. Het werd destijds als verdedigingstoren gebouwd. Later zijn er ook twee vleugels toegevoegd. Veere is strategisch gelegen en moest het dus goed verdedigd worden. Ik kan hier verschillende kanonnen zien naast elkaar die gericht zijn op het Veerse meer. Tegenwoordig is de “Campveerse Toren” omgebouwd tot een herberg en kun je dus in de originele vestingtoren overnachten. Vanuit de Campveerse Toren heb je ook nog eens een prachtig en weids uitzicht over het Veerse Meer. Ik neem ook even de tijd om te genieten van het uitzicht over het Veerse meer. Je kan hier ook overzetboten zien.

Ik keer terug en wil de andere kant van de jachthaven verkennen. Ik kom dan een plaats tegen waar ik een stukje kan wandelen over de eeuwenoude stadswallen, die rondom het centrum van Veere liggen. Er loopt tegenwoordig een mooi wandelpad overheen, waar je een weids uitzicht hebt over de stad en de groene omgeving. Ik wandel in de richting van “De Koe”. Neen, dit zijn geen grazende koeien die je ziet, maar wel een molen. Het is een korenmolen aan de rand van Veere. Het is een ronde, uit baksteen opgetrokken stellingmolen uit 1909 en in de Zeeuwse traditie gewit. Deze molen is nog steeds maalvaardig.

Ik beslis om nog even een stukje te fietsen langs het Veerse meer. Ooit een woelige zeearm, nu een watersportparadijs voor surfers, kanoërs, zeilers, waterskiërs, duikers en vissers. Ik kan borden zien die aangeven waar er mooie duiklocaties zijn. Het Veerse Meer is een mooi en bijzonder natuurgebied. In het Veerse meer liggen maar liefst 17 eilanden. Vijf van deze eilanden zijn speciaal voor vogels. Hier rusten, eten en broeden ze. Naast het Veerse meer kom ik het inundatiemonument tegen, dat een gedenkteken is voor de slachtoffers in de Tweede Wereldoorlog. Dit oorlogsmonument werd hier in 1990 geplaatst, een halve eeuw na de Duitse aanval op Nederland. Naast het monument “Een gestolde herinnering” in Middelburg, is dit nu het tweede van vijf geplaatste oorlogsmonumenten dat ik tegenkom in de regio. Het is een abstract monument, dat bestaat uit aan elkaar gemetselde blokken steen, die deels zijn voorzien van een keramische laag. De kleuren van het keramiek verwijzen naar het blauwe water en de groene dijk. De beeldhouwer greep ook terug naar zijn eigen herinneringen over de verwoestingen van de oorlog.

Ik fiets langs de zelfde weg terug naar Veere en vervolgens fiets ik langs het Kanaal door Walcheren terug naar Middelburg. Ik kom aan bij het sluizencomplex Veere en hier steek ik het kanaal over. Ik zie hier weer enkele kanonnen. De gietijzeren loop heeft, nadat het niet meer als kanon werd gebruikt, meer dan 100 jaar dienst gedaan als bolder voor de scheepvaart langs het Kanaal door Walcheren. Het affuit, ook wel rolpaard genoemd, is gemaakt naar een origineel model uit de 18de en 19de eeuw.

Ik merk hier ook enkele specifieke houten zeilschepen op, die langs de oever liggen. Eeuwenlang hebben houten zeilschepen deze wateren hier doorklieft. Ze werden met name gebruikt in de visserij op garnalen, mossels, oesters en platvis, maar ook als vrachtschip of veerpont.

Na een tijdje fietsen kom ik terug aan in Middelburg en fiets nu verder richting Vlissingen. Niet zover voorbij Middelburg kan ik de ronde stenen stellingmolen “Ons genoegen” zien. Het is een korenmolen die in 1847 werd gebouwd en bleef tot 1964 professioneel in bedrijf. Een uitslaande brand die het interieur van de molen volledig verwoeste maakte daar een einde aan. Alleen de romp, roede en stelling bleven over. In 1971 werd de molen uitwendig gerestaureerd.

Ik fiets nu door het poldergebied ten oosten van Vlissingen en kom dan aan op een uitkijkpunt aan de Westerschelde, niet zover van de plaats waar vroeger Fort Zoutman was. Veel polders en dijken in Nederland zijn de littekens van de strijd tegen water. Je ziet langs de dijken verschillende schaapjes aan het grazen. Deze plek hier is eeuwenlang van strategisch belang geweest. Langs hier liepen belangrijke vaarroutes naar de havens van Antwerpen en Walcheren. Wie het hier voor het zeggen had beheerste de handel en de toegang tot havens van Antwerpen en Walcheren. Deze havens zijn altijd van groot belang geweest voor Europa.

Toen Napoleon in Frankrijk aan de macht kwam in 1801, wilde hij Engeland ook veroveren. Vlissingen was voor hem hiervoor van strategisch belang. Engeland, al tijden in oorlog met Frankrijk, wilde dit niet afwachten en veroverde Vlissingen in 1809. Het lukte de Engelsen niet om verder op te rukken want door de “Zeeuwse koorts” geveld verlieten ze Walcheren. Na deze aanval versterkte Napoleon de kustverdediging hier. Fort Zoutman werd in dat kader in 1811 aangelegd als een zeshoekig aarden werk dat nog verbonden moest worden met Fort Rammekens. Het Fort Zoutman is nooit gereedgekomen want Napoleon werd in 1815 verslagen. Eigenlijk is er alleen een vogelrijke waterpartij over van Fort Zoutman. Vanuit het uitkijkpunt aan de Westerschelde heb je er een mooi uitzicht op. Het vlakbij gelegen Fort Rammekens werd gebouwd door de Spanjaarden rond 1550. Door de eeuwen heen is het Fort Rammekens van strategisch belang gebleken voor de handelaren van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), Napoleon en de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog.

De wereldwijde handel, mogelijk door de gunstige ligging aan de monding van de Westerschelde, maakte van Walcheren een welvarend eiland. Maar er is ook veel gevochten om deze belangrijke aanvoerroute voor Europa. Niet alleen forten, maar ook bunkers zijn hier nog te zien.

Op de Westerschelde zie ik vooral enorme zeeschepen of containerschepen. De Westerschelde is één van de moeilijkst te bevaren rivieren ter wereld. Diepliggende schepen kunnen maar een paar uur per dag richting Antwerpen varen. Bij eb komt anders het schip vast te zitten op de ondiepe delen. Daarom varen zulke schepen met het opkomende hoogwater mee richting Antwerpen. Terug varen ze precies tegen de vloedgolf in. Afgezien van de enorme getijverschillen, de zandplaten en stromingen, moet de kapitein ook op het overige verkeer letten. Loodsen zijn vertrouwd met het getij en de verraderlijke stromingen. Ze brengen de zeeschepen veilig van en naar de havens.

Ik fiets nu verder langs de Westerschelde en kom het Veiligheidscentrum van Zeeland tegen, dat een trainingscentrum is. Het is een oefenterrein waar het blussen van branden wordt geoefend en reanimaties worden nagebootst. Door de unieke ligging van het trainingscentrum, gelegen aan de buitenhaven van Vlissingen, is het geschikt voor zowel trainingen op het land als op het water. Het oefencentrum kent een grote verscheidenheid aan elementaire oefeningen en scenario’s die kunnen worden beoefend in een industriële oefenomgeving. Zo beschikt het centrum over twee procesinstallaties, een verladingsinstallatie en een tankpark. Ik zie hier ook een helikopter en een vrijevalreddingsboot. Deze reddingsboot is geconstrueerd op het achterdek van het schip en neerwaarts hellend gericht. Dit type reddingsboot is speciaal ontworpen om snel van het schip te kunnen evacueren en is sinds 2006 verplicht op alle zeegaande vrachtschepen. Deze worden hier gebruikt bij oefeningen van scheepsbrandbestrijding.

Na een tijdje ben ik terug aan het Kanaal door Walcheren en steek de Keersluisbrug over in Vlissingen. Vanaf nu fiets ik volledig langs het kanaal terug naar Middelburg. Op mijn weg terug kom ik de draaibrug Souburg tegen die een overwegend rode kleur heeft. De draaibrug heeft twee doorvaartopeningen en steunt in het midden. In het midden en op de koppen bevinden zich de gemetselde onderbouwen. De armen bestaan uit een geklonken stalen, licht gebogen constructie van vakwerkliggers met een stavenpatroon van stijgende diagonalen. Vroeger werd de brug met de hand bediend en nu gebeurd de aandrijving elektrisch. Ik blijf even kijken naar de werking van de draaibrug als er een pleziervaart moet passeren. Het is een opvallende brug vanwege de vormgeving en vanwege de zeldzaamheid.

Na een tijdje fietsen ben ik terug in Middelburg en keer vervolgens terug naar de wagen om dan naar huis te rijden. Het is vandaag een leuke ontdekking geweest van dit stukje in Zeeland.

Populaire posts van deze blog

Middelburg

Arnhem stad

Openluchtmuseum Arnhem